Korps Rijdende Artillerie

Korps Rijdende Artillerie

De Gele Rijders, Artillerie, 't Harde, Rijders, Rijdende Artillerie, Korps Rijdende Artillerie.

Kolonel v/h Korps

Kolonel van het Korps

Bij de titel

De titel ‘Kolonel van het Korps’ c.q. ‘Kolonel van het Regiment’ is een eretitel, die in Nederland zijn oorsprong heeft in het Staatse leger in de 16e–18e eeuw. Regiments- of Korpscommandanten waren toentertijd in het algemeen belangrijke, vaak adellijke lieden die veelal ook hun naam verbonden aan het betreffende Korps/Regiment. Zij oefenden die functie in het algemeen niet zelf uit, omdat zij meestal ook andere functies binnen de krijgsmacht of anderszins binnen de Staat te vervullen hadden. Bij het betreffende regiment of korps werden ze dan vervangen door een kolonel-commandant, die de feitelijke leiding had. 

Bijvoorbeeld Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg, (1560-1620), stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe, was kapitein-generaal (algemeen militair leider) in Staatse dienst, maar ook Kolonel van twee regimenten Infanterie. Een ander voorbeeld is Koning Willem I, die als Erfprins eind 18e eeuw (voor de Franse inval) werd benoemd als Kolonel van het Regiment Oranje Nassau 3, dat daarbij werd omgedoopt in Regiment Erfprins.

Deze erefunctie is zo goed als verdwenen met de ontbinding van het Staatse leger in 1795. In de daaropvolgende 19e en 20e eeuw werd deze eretitel nog enkele malen toebedeeld, meestal aan een vorst of een troonopvolger: onder andere werd de latere Koning Willem III toen hij nog kroonprins was benoemd tot Kolonel van het Regiment Grenadiers. Ook oversteeg deze eretitel landsgrenzen: zo werd bijvoorbeeld Koningin Juliana in 1953 door de Britse koningin Elizabeth II benoemd tot ‘Colonel-in-Chief’ van The Royal Sussex Regiment (dat is opgericht in de tijd van de Koning/Stadhouder Willem III).

  
Kolonel J.A. baron de Smeth

 

Op 30 oktober 1979 werd deze luisterrijke traditie in zijn oorspronkelijk bedoelde, eervolle vorm nieuw leven ingeblazen bij het Korps Rijdende Artillerie. Die dag bracht kolonel J.A. baron de Smeth een afscheidsbezoek aan het Korps Rijdende Artillerie vanwege zijn naderende pensionering uit de militaire dienst. 

Kolonel de Smeth heeft vanaf de heroprichting van het Korps in 1963 in velerlei functies, waaronder die van Korpscommandant in de periode 1971-1974, een zeer grote bijdrage geleverd aan de herleving van de tradities bij het Korps Rijdende Artillerie. De toenmalige Commandant Legerkorpsartillerie en voorzitter van de Wapentraditieraad Artillerie (WTR) overhandigde hem bij dit afscheid tot zijn grote verrassing een oorkonde waarin zijn benoeming tot Kolonel van het Korps was vastgelegd. Ook ontving hij bij die gelegenheid uit handen van luitenant-kolonel Hans Couzy, in die tijd Korpscommandant, als ereteken de zilveren snoeren met vier gouden kwasten, zijnde de rangonderscheidingstekens die behoren bij het geklede tenue van een Kolonel bd der Rijdende Artillerie.

Jan de Smeth heeft deze eervolle functie bekleed tot 1996. Deze foto uit 1993, genomen in de Saxen Weimarkazerne in Arnhem tijdens de viering van het 200-jarig bestaan van het Korps, toont de Kolonel van het Korps, gesecondeerd door luitenant-kolonel Hans Sonneveld, destijds Korpscommandant.

 

  
Niet alleen een eretitel

Vanaf de opvolging van De Smeth als Kolonel van het Korps in 1996 wordt deze functie, op voordracht van de Korpscommandant en alle oud-Korpscommandanten gezamenlijk, door de Wapenoudste der Artillerie verleend aan een oud-militair die zich op buitengewone wijze heeft onderscheiden voor het Korps Rijdende Artillerie.

De Kolonel van het Korps wordt op de hoogte gehouden van alle belangrijke gebeurtenissen bij het Korps. En bij daarvoor in aanmerking komende gelegenheden wordt hem natuurlijk een ereplaats en vaak ook een ererol toebedeeld. Echter, deze functie is bij het Korps Rijdende Artillerie niet alleen een erefunctie: de Kolonel van het Korps neemt zo mogelijk deel aan de bestuursvergaderingen van zowel de Museum- als de Manege-stichting. Voorts wordt er met name van hem verwacht dat hij een wakend oog heeft voor alle Korps- en traditieaangelegenheden. Zo wisselen bijvoorbeeld Korpscommandanten – in het kader van hun militaire carrière – nogal eens van functie en dus van standplaats, waardoor het bewaken van de continuïteit en een gedegen overdacht van Korps- en traditiezaken bij commandowisselingen belangrijke aandachtspunten zijn geworden voor de Kolonel van het Korps. Bovendien is hij voor alle rijders vooral ook een ombudsman.

  
Kolonels van het Korps

 

Kolonel (bd) J.A. baron de Smeth 1979-1996
Luitenant-Generaal (bd) W.J. Loos 1996-2007
Luitenant-Generaal (bd) H. Sonneveld 2007-heden